Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo [24]zijt dan lankmoedig, broeders, [25]tot de toekomst des Heeren. Ziet, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, [26]lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het [27]den vroegen en [28]spaden regen zal hebben ontvangen. 24. Dat is, verdraagt lankmoedig het ongelijk en geweld, dat deze rijken u aandoen. 25. Namelijk om te oordelen; die dan het ongelijk den vromen aangedaan, zal wreken, en aan hun verdrukkers rechtvaardig vergelden 2 Thess.1:5,6, en dan hen van dezen volkomen verlossen; Luk.21:28. 26. Dat is, met lankmoedigheid deze verwachtende. 27. Dat is, die nodig is als het land eerst bezaaid is. 28. Die daarna tegen den tijd van den oogst tot het gewas dienstig is. Zie Deut.11:14.